Iedereen mee Tips
Mensen zijn sociale wezens. We passen ons gedrag aan op basis van wat we anderen zien doen. Hierbij kijken we allereerst naar onze vrienden en familie, buren en collega’s.
Betrokkenheid helpt bottom-up initiatieven van de grond krijgen. Zo creëer je zichtbaarheid en klimaathefbomen in wijken, verenigingen en andere sociale netwerken waar mensen elkaar beïnvloeden.
Hoe pak je participatie aan? Waarmee houd je best rekening in je communicatie?
Tip 1: Een rechtvaardige verdeling van de kosten van je klimaatactie
De klimaattransitie kost geld en moeite. De wagen laten staan, je huis isoleren, plantaardig koken ... Wil je iedereen meekrijgen in de klimaattransitie, dan moet de verdeling van de kosten van je klimaatactie als rechtvaardig ervaren worden.
Dé meest rechtvaardige verdeling bestaat echter niet, maar wanneer alle betrokkenen de kans te krijgen om hun perspectief in te brengen en wanneer de verdeelsleutel op een transparante en zorgvuldige manier opgesteld wordt, dan is de kans groter dat de verdeling van de klimaatkosten als rechtvaardig ervaren worden.
Betrokkenheid en participatie zijn dus best vanaf de start expliciet een onderdeel van je klimaatbeleid en -actie.
Tip 2: Focus op de mensen achter je doelgroep
Sluit aan bij de emoties en drijfveren van de mensen àchter je doelgroep. Zo verbind je jouw beelden en boodschappen met hun leefwereld zoals bijvoorbeeld zorg dragen voor kinderen, wonen in een leefbare straat ... Dit maakt het persoonlijk en herkenbaar.
Op die manier maak je het mogelijk voor mensen om zich aan te sluiten bij de klimaattransitie zonder dat klimaat de primaire drijfveer moet zijn. Ook geef je hen een reden om zich trots te voelen en deel te laten uitmaken van een grotere groep.
Iedereen heeft daarnaast eigen relevante referentiepunten. Iemand die landelijk woont heeft andere mobiliteitsnoden dan iemand in de stad. Het energiezuinig maken van je woning is moeilijker als je in een huurwoning woont of over minder financiële middelen beschikt.
Als een boodschap te veel afwijkt van de leefwereld of standpunt van de mensen die je wil bereiken, is de kans groter dat ze jouw boodschap volledig afwijzen.
Tip 3: Creëer een gedeelde identiteit
Zorg ervoor dat mensen zichzelf zien als onderdeel van een grotere groep die actie onderneemt en collectief een verschil kan maken.
Een groepsaankoop van zonnepanelen met de hele buurt versterkt het gevoel dat men samen toewerkt naar de energietransitie en dat de eigen aankoop ook op grotere schaal een verschil maakt.
Dialoog en co-creatie helpen een gedeelde identiteit op te bouwen. Dit leidt tot meer acceptatie, samenwerking, hulp en vertrouwen. Samen acties opzetten verhoogt wederzijdse steun en sympathie. Hoe meer men zich onderdeel voelt van een groep, hoe meer men zich laat beïnvloeden door die groep.
Je kan ook de mensen die niet deelnemen in dit wij-gevoel betrekken. Plaats deelnemers in de schijnwerpers en wijs op de overeenkomsten met de groep die al meedoet.
Tip 4: Smeer genoeg NIVEA
NIVEA staat voor: Niet Invullen Voor Een Ander. Participatie gaat niet over iemand overtuigen en een bepaalde oplossing ‘verkopen’.
De basishouding voor geslaagde participatie is respectvol luisteren en met begrip voor de ander doorvragen. Zo ontdek je redenen waarom mensen anders denken.
Wees écht nieuwsgierig naar je deelnemers. Wat zijn hun emoties en drijfveren? Waarom vinden ze het moeilijk om minder te vliegen of vaker vegetarisch te eten?
Doorvragen zonder zelf een invulling van de oorzaken te geven of oplossingen aan te bieden, helpt om verbindend in dialoog te gaan en reële behoeften te identificeren.
Zo creëer je haalbare oplossingen die de identiteit en waarden van je doelpubliek reflecteren.
Tip 5: Bouw vertrouwen
Onzekerheid en angst kunnen ervoor zorgen dat mensen afhaken, participatie mijden of zich defensief opstellen. Kijk door de ogen van je deelnemers: wie vertrouwen ze in die situatie, wie aanvaarden ze als autoriteit of rolmodel en welke informatie hebben ze nodig om zelfvertrouwen te krijgen?
Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat mensen die conservatiever stemmen vaker voorstander zijn van het behoud van kernenergie. De onderzoekers stelden ook vast dat mensen met meer conservatieve waarden sneller vertrouwen hebben in klimaatcommunicatie wanneer die gebracht wordt door een persoon die voorstander is van kernenergie. Kortom, kiezen voor een boodschapper met een gelijkaardig waardenkader wordt vaker als betrouwbaar aanzien.
Daarnaast zorgen transparant communiceren, luisteren naar wederzijdse verwachtingen en samen het procesverloop creëren ervoor dat mensen gemakkelijker participeren.
Tip 6: Vorm volgt functie
Er bestaat een waaier aan werkvormen en methodes. Denk maar aan focusgroep, wereldcafé, ‘open space’, ‘design thinking’, ‘deep democracy’, burgerberaad met loting, ‘21st century town meeting’, consensusconferentie, ‘living labs’, online burgerpanel, buurtbudgetten, bevragingen, adviesraden …
Welke werkvorm je ook kiest: vorm volgt functie. Wat zijn je doelen en gewenste resultaten? Hoe complex, matuur of controversieel is het onderwerp? Hoeveel deelnemers zijn er nodig? Hoeveel middelen, tijd en mensen heb je ter beschikking? Dit alles beïnvloedt welke methode het meest geschikt is.
Deze publicatie focust niet op klimaat, maar beschrijft wel een heel aantal participatieve methoden. Op pagina 27 vind je een handige een overzichts- en vergelijkingstabel.
Tip 7: Steun de groep die het gedrag al stelt
Mensen zijn sociale wezens. We laten ons sterk leiden door wat anderen in onze directe omgeving doen. We stemmen ons gedrag af op gelijkgestemden. We vertrouwen het meest mensen zoals onszelf: familie, vrienden, buren, collega’s …
Wanneer zo’n beïnvloeders zich via een participatieproces achter het gewenste gedrag scharen, creëert dit een krachtige terugvalpositie.
Je kan dus nagaan: wie steunt vandaag al het gewenste gedrag, welke groepsnorm komt overeen met het gewenste gedrag? ‘Early adopters’ zijn je droompartners — zij weten goed wat er mis kan gaan en kunnen helpen anderen voor zich te winnen.
Betrek hen bij de besluitvorming. Ondersteun ze met deelbare en aanpasbare verhalen. Zo creëer je een krachtig netwerk van ambassadeurs.
Tip 8: Gebruik de kracht van commitment
Wie mee nadenkt over acties is achteraf meestal meer bereid om ze mee uit te voeren.
Als je wil dat je deelnemers gaan van 'meedenken' naar 'meedoen', stuur dan aan op het maken van beloften. Als we publiekelijk een commitment maken of aan iemand die we respecteren, zijn we meer geneigd om dit ook waar te maken.
Bij het Europese programma ‘Climate Neutral Cities’ is een cruciaal onderdeel het ‘Climate City Contract’ dat burgers en stakeholders kunnen ondertekenen.
Timing bij het vragen van commitment is belangrijk. Als mensen een belofte doen wanneer de keuze nog ‘koud’ is, dus ver voor men het gedrag moet stellen, dan kan dit een goede hefboom zijn als de dingen ‘heet’ worden. Door aan te geven waar en wanneer de actie wordt uitgevoerd, maak je het engagement expliciet.
Tip 9: Betrek kernstakeholders in je proces
Om de vinger aan de pols te houden, is het goed om kernstakeholders uit te nodigen in je besluitvormingsstructuur. Zeker als het onderwerp voor hen relevant en dringend is, en als ze in een positie staan waar ze macht kunnen uitoefenen. Je brengt deze in kaart via een goede stakeholdermapping en -analyse.
Door je kernstakeholders te betrekken bij het uittekenen van het proces, breng je op voorhand blinde vlekken in kaart.
Hun kennis over hun achterban helpt om op een meer inclusieve manier te communiceren. Ze kunnen je uit eerste hand inzicht geven in de problemen die hun achterban ervaart en hoe je het beste kunt aansluiten bij hun leefwereld, zowel qua taal- als beeldgebruik. In de meeste gevallen zullen ze ook bereid zijn om actief deel te nemen en betrokkenheid te stimuleren.
Tip 10: Omarm diversiteit van mensen en meningen
Niemand heeft de waarheid in pacht over hoe we naar een klimaatneutrale samenleving kunnen evolueren. Participatie helpt om de diversiteit aan perspectieven, posities en rollen aan de oppervlakte te brengen. Dit creëert nieuwe inzichten, oplossingen en legitimiteit.
Werk eerst op de verbinding tussen de mensen, daarna pas op de inhoud. Laat mensen met elkaar kennismaken op een persoonlijke manier. Neem tijd om verwachtingen en het eigen belang te verkennen.
Als bij deelnemers de spanningsboog qua waarden en opvattingen groot is, dan kun je best eerst in homogene groepen werken. Door te vertrekken vanuit het ‘waarom’ kun je makkelijker de gedeelde waarden benoemen.
Bij conflict helpt het het om de tijdshorizon te verlengen. Via goede facilitatie geef je iedereen ademruimte.
Tip 11: Verhoog betrokkenheid met context en timing
De mate waarin je een groep mensen kan betrekken bij je klimaatparticipatie hangt af van het moment.
Soms willen mensen enkel hun stem laten horen tijdens een ontwerpworkshop voor een autoluwe straat. Maar je hebt ook mensen die liever concrete acties ondernemen en een autodeelsysteem opzetten. Sommigen willen ad hoc aangesproken worden, anderen zijn bereid mee te stappen in een langdurend traject. Dit hangt samen met hun motivatie, zelfvertrouwen en beschikbare tijd op dat moment.
Het is belangrijk om het hen hierin zo gemakkelijk mogelijk te maken.
Context speelt namelijk een belangrijke rol bij het vormen en beïnvloeden van ons gedrag. Denk bijvoorbeeld aan gemak en kostprijs, beschikbaarheid en zichtbaarheid van opties, sociale normen en netwerken.